Man en frustratie, agressie en woede
Als mensen, die me nog niet zo goed kennen, mij omschrijven noemen ze me vaak rustig en doordacht. Vraag je het aan mijn ouders of mijn vrouw dan staat heethoofd veel hoger op het lijstje. Ik kan me enorm opwinden over verschillende onderwerpen en als het daarover gaat kan ik flink fel worden. En kom niet aan ‘mijn mensen of dieren’, want ik vreet je op.
Het monster in iedere man
Met andere woorden in me huist een enorm sterk monster, een woede en een agressie. En daar ben ik niet trots op. We worden als jongen en man ook veelvuldig verteld dat je lief moet zijn, niet vechten, niet boos worden, niet schreeuwen en braaf zijn. We worden geleerd om dat monster op te sluiten, te negeren en te kleineren. Het probleem is dat het monster hierdoor valser en valser wordt. Zoals in het boekje ‘There’s no such thing as a dragon’ van Jack Kent prachtig wordt weergegeven, groeit de draak iedere keer als je ‘m ontkent en negeert.
Woede en agressie
Dit geldt ook voor agressie. Dit monster in ons allemaal kan een enorme bron van kracht zijn. Het kan fungeren als een enorme waakhond. Als we onze woede onderkennen, onder ogen zien en weten te gebruiken is dat op zichzelf al afschrikwekkend genoeg. Dan hoef je agressie niet eens meer te gebruiken om respect af te dwingen.
Agressie of woede zijn hele krachtige bronnen. Zie het als een pitbull aan een riem. Als we deze pitbull in een hokje stoppen, aan een ketting leggen en verder negeren dan wordt ie valser en valser. Op de meest onverwachte momenten valt hij aan. Hij bijt gromt en blaft op de meest ongepast momenten. We hebben geen controlle over hem.
Agressie is als een pitbull
Als we deze pitbull nu van jongs af aan koesteren, onder ogen zien, trainen en begeleiden, groeit ie wellicht uit tot een sterke gesocialiseerde pitbull. Hij kan nog steeds bijten, grommen en blaffen, maar alleen als het echt nodig is. We kunnen met ‘m over straat zonder dat we bang hoeven te zijn dat ie de eerste beste voorbijganger in zijn kuiten bijt. Maar dreigt er gevaar, dan is ie er om ons en de mensen om ons heen te beschermen. Het is het verschil tussen ‘controlle hebben over’ en ‘bezeten zijn door’.
Bezeten door de duivel
Dus als we geen controle hebben over het monster in ons, dan heeft het monster controle over ons. En, geloof me, in ieder mens schuilt een monster en dat monster is velen malen krachtiger, gemener en donkerder dan de gemiddelde persoon wil geloven of toegeven. In ieder mens schuilt een moordenaar. Deze moordenaar of dit stukje duivel in ons allemaal kan ons bezitten als we het niet ‘cultiveren’.
Op de meest ongewenste of ongepaste momenten
Dit monster of deze moordenaar laat zijn kop zien in veel verschillende onbewuste uitingen. Onbewust stuurt dit monster ons een bepaalde richting in, door een fascinatie of juist een sterke afkeer van chaos, horror of geweld en bloedvergieten. Denk maar aan kijkersfile, we gaan massaal op de rem als een ongeluk gebeurt is en we proberen toch een glimp op te vangen van de chaos op de andere rijbaan.
Een onbewuste aantrekkingskracht
We voelen tegelijkertijd een aantrekkingskracht, een fascinatie en een afkeer voor het bloedvergieten. Ramptoerisme is niet voor niets een bekent fenomeen. En we gaan toch opzoek naar dat ene naar filmpje wat ‘viral’ gegaan is.
In deze momenten ontwaakt het monster en maakt dat we toch even afremmen, blijven kijken of gaan googlen. Het is een onbewust zelfonderzoek naar onze eigen donkere kant.
Op ongepaste momenten
Toen ik mezelf openstelde voor de kracht van deze donkere kant uitte dit zich in eerste instantie in hele donkere en zwarte gedachten en impulsen. Ik dacht op de meest ongepaste en onverwachte momenten hele donkere, angstaanjagende gedachten. En zoals geen enkele gedachten wordt en werd ik niet gedefinieerd door deze gedachten, maar het waren wel degelijk uitingen van de meest duistere kant die ook in mij schuilt.
Maar hoe krijg je het monster dan onder controle?
En de eerste stap naar een betere wereld, voor jezelf en voor de mensen om je heen, is het onder ogen komen van dit monster, van deze moordenaar. Durf je echt naar jezelf te kijken? Durf je voor het monster te gaan staan en hem recht in zijn ogen aan te kijken?
Liever niet kijken?
Dit is een dermate pijnlijke ervaring dat we dit vaak niet aan durven. En dat is dan ook de reden waarom heel veel mensen deze stap nooit echt durven nemen. Volkomen begrijpelijk, want het vergt een enorme hoeveelheid moed en durf om dit deel van jezelf aan te gaan.
Wie de schoen past…
Er bestaat geen eenduidige manier om dit deel van jezelf onder ogen te komen. De befaamde C.G. Jung noemde dit werk schaduwwerk. Het werken met jouw eigen schaduw en zoals hij zei: de schoen die bij de een knelt, zit de ander als gegoten. Met andere woorden, er is niet een manier om jouw eigen donkere kant, jouw schaduw onder ogen te komen.
Zelf maar niet alleen
Maar één ding is wel zeker: dit proces moet je zelf doen, maar kun je niet alleen. Dit is een proces waarbij je anderen nodig hebt. Mensen, of ze nou professionals zijn of mensen die dicht bij je staan, die absoluut het beste met je voor hebben. Die in staat zijn om je te zien lijden, naast je blijven staan en je een schouder bieden, letterlijk of figuurlijk, als je dit nodig hebt.
Letterlijk in de spiegel kijken.
It’s better to be a warrior in a garden then a gardener in a war.
Daar stond ik weer voor de spiegel, maar wat staarde daar terug?
Op zondagochtend ging ik altijd paardrijden bij een kleine manege bij ons in de buurt. Na het rijden bleef ik vaak even hangen, brachten we nog paarden naar het weiland of hielpen we met een klusje. Ik bleef niet alleen om maar zolang mogelijk bij de paarden te zijn, al was dat ook een belangrijke reden. Nee, ik bleef vooral het liefst zolang mogelijk hangen, omdat ik wist wat me te wachten stond als ik thuis kwam. Vaak kwam ik op zondagmiddag thuis in een leeg huis, omdat mijn ouders naar opa, oma of familie waren.
Zondagmiddagblues en spiegelstaren
Standaard werd ik op die zondagen overvallen door een donkere ‘zondagmiddagblues’. Een sterk gevoel van onbehagen, verdriet, eenzaamheid en afgrijzen naar mezelf. En dan moest ik gaan douchen. Als ik dan in de spiegel keek, werd ik overvallen door een angst. In die spiegel staarde iets terug wat ik maar moeilijk onder ogen kon komen en ik had geen idee wie dat wezen was dat terug staarde.
De confrontatie met mijn schaduw
Dit was mijn eerste stap in het onder ogen komen van mijn eigen schaduw. Het wezen dat terug staarde bezat een enorme agressie, dit monster was werkelijk tot alles in staat. Ik verdrong dit gevoel en keek mezelf in de jaren daarna het liefst zo min mogelijk aan in de spiegel.
Maar waarom de schaduw onder ogen zien en rehabilitatie van ‘de pitbull’
Don’t be docile, be a monster and then learn to control it. – Prof. Jordan Peterson
Toen ik me jaren later weer openstelde voor mijn eigen gevoelens en mijn schaduw, stak het monster weer de kop op. Hij liet zich zien in hele donkere agressieve gedachten en impulsen. En in plaats van hem te negeren, zag ik hem. Hij kreeg een gedaante en ik onderkende dat hij een onderdeel was van mezelf. Het voelt nu nog als een rehabilitatie van een agressieve valse hond die op onverwachte momenten kan uitvallen. Maar het rehabilitatie-proces helpt me ook om meer en meer te gaan staan voor mezelf, mezelf uit te spreken en een confrontatie aan te gaan, zonder mezelf volledig te verliezen.
De schaduw als compagnon en gids
Het onderkennen en aankijken van je schaduw maakt dat hij ook voor je kan werken, want de schaduw helpt je ook om te zien wat je liever niet wil zien van jezelf. En als je echt luistert zal hij je vertellen wat je te doen hebt, wat je nog mag repareren, onder ogen mag komen of waar je mee mag stoppen. Want in de basis is de schaduw – jouw innerlijke criticus – je krachtigste gids. Hij is er niet op uit je kapot te maken, maar om je juist te laten groeien. Want de meeste groei zit daar waar je liever niet wil zijn. En soms, of zelfs vaak, moet je nu precies daar zijn waar je liever niet wil zijn.
Ga maar eens voor de spiegel staan en kijk jezelf aan. Kijk jezelf diep je ogen? Wat zie je daar? Kun je blijven kijken? Durf je te voelen wat er nu gebeurt?
En merk je dat je net als ik dit proces wel zelf, maar niet alleen hoeft te doen. Schroom niet om contact met me op te nemen.
0 reacties