De 3 Niveaus van Persoonlijke Ontwikkeling

De 3 Niveaus van Persoonlijke Ontwikkeling

De 3 Niveaus van persoonlijke ontwikkeling

Daar ging ik. Ik voelde een enorme energie door mijn lijf stromen. Een ervaring die ik nog nooit eerder had gehad. Mijn lijf deed dingen waar ik geen controle over had. Wat gebeurde hier? Ik had hier wel verhalen over gelezen. Ik was hier nieuwsgierig naar geweest. En iets in me wist dat dit waar was, wat nu gebeurde. Ik kon het alleen niet snappen. Mijn hoofd kon hier niet bij. En toch gebeurde het. Ik zag beelden die ik nog nooit eerder had gezien. Sven, de sjamaan, begeleidde me naar de grond. Mijn hele lijf schokte. Dit was groter dan ik.

Wat dat weekend allemaal gebeurt is, is haast niet te beschrijven. In mijn verhaal over de geboorte van mijn vaderschap ligt ik één aspect van dit bijzondere weekend toe. En ik kan alleen maar op grote lijnen omschrijven wat dat weekend aangeraakt is. Na dit weekend voelde ik de behoefte om te omschrijven wat dit nou eigenlijk was. En daarmee kwam ik op deze 3 niveaus van persoonlijke ontwikkeling.

De Persoonlijke Ontwikkelings-pyramide.

Disclaimer: Ik heb deze niveaus niet zelf bedacht. Ik heb ze alleen samengevoegd tot deze persoonlijke ontwikkelingspyramide.

Je kunt deze Pyramide op twee manieren gebruiken van boven naar beneden of van beneden naar boven. Ook daarin is geen goed of fout, simpelweg twee routes.

De 3 niveaus van persoonlijke ontwikkeling

De pyramide is op gebouwd uit 3 niveaus en is altijd situatieafhankelijk. Dat wil zeggen een bepaalde situatie triggert een bepaald patroon in jou. Het is niet de schuld van de situatie, maar simpelweg de uitwerking van die situatie op jou. Laten we de 3 niveaus van de pyramide eens aflopen van boven naar beneden:

In bepaalde situaties laat je altijd een bepaald gedrag zien. Op dit eerste niveau willen we ons gedrag sturen. We willen gelukkiger zijn, afvallen, meer sporten en productiever zijn. Je kunt gaan proberen dit gedrag te veranderen door tegen jezelf te zeggen: “de volgende keer dat iets vergelijkbaars gebeurt, ga ik ander gedrag laten zien”. Negen van de tien keer lukt dit echter niet. En als het al lukt, vinden we het vaak lastig om dit nieuwe gedrag ook te blijven voortzetten. Als het puntje weer bij het paaltje komt, schiet je toch weer in dat oude vertrouwde patroon. We eindigen weer achter Netflix met een zak chips of worden toch weer boos, verdrietig of zelfs depressief.

Je kunt jezelf vervolgens afvragen, wat in mij maakt nu dat ik iedere keer als dat gebeurt hetzelfde soort gedrag laat zien? Dat is het intrapsychisch niveau. Je onderzoekt dan in jezelf wat er achter dat gedrag zit: welk gevoel, welke emotie of, vaak, welke angst of pijn je wilt vermijden?

Je voelt ‘m misschien al aankomen. Dit intrapsychische niveau heeft ook een oorsprong. En deze oorsprong is daar ‘waar we vandaan komen’, de volwassenen die tijdens onze kindertijd belangrijk voor ons waren, die een significante rol in ons kinderleven gespeeld hebben. Dat is laag drie: het systemisch niveau.

Het systemisch/sjamanistisch niveau: Hocus-pocus?

Dit systemisch niveau is verweven met het sjamanistisch niveau. Dit klinkt erg hocus-pocus, I know. Ik heb dit ook lang verworpen en afgedaan als zweverig, tot ik zelf ging ervaren wat het nu daadwerkelijk inhoudt. Ik leg het uit.

We worden allemaal gevormd door ons systeem van herkomst, door het gezin waarin we geboren worden en door de familie waar we van afstammen. Ervaringen in de eerste 18 jaar van ons leven vormen ons tot de mensen die we uiteindelijk worden.

In dit systeem hebben we een plek. Zodra we geboren worden op deze wereld, ontvangen we ons leven van onze ouders en daar hoeven we in de basis niets voor (terug) te doen. We zijn verbonden aan onze (voor)ouders en ons gezin. Hierin kunnen echter, om allerlei redenen, verstoringen plaatsvinden.

Verstoringen?

Verstoringen in een familiesysteem zijn er in allerlei vormen en maten. We kunnen als kind bijvoorbeeld een plek boven onze ouders innemen, omdat één van onze ouders ziek of op een andere manier behoeftig was. We houden dan niet onze eigen plek, maar de plek van één van onze ouders bezet. De ouder komt daardoor automatisch op de plek van het kind te staan. Het kind voelt zich dan verantwoordelijk over de ouder. Er ontstaat een disbalans tussen geven en nemen, want het kind geeft meer aan de ouder dan de ouder aan het kind.

Op een latere leeftijd kan dit kind problemen krijgen met autoriteit, want hij of zij accepteert simpelweg niet dat iemand anders boven hem of haar gaat staan. Of door de onbalans tussen geven en nemen, geeft deze persoon zich volledig weg en neemt geen ruimte voor zichzelf. Hij of zij heeft immers nooit een plek voor zichzelf ervaren.

Wanneer de oorsprong van een dergelijke verstoring niet binnen het gezin ligt, maar één of meerdere generaties terug, raak je al snel aan het sjamanistisch vlak. Sjamanisme gaat over het gebruik maken van alle informatie die zich voordoet. En gaat uit van een sterkte verbinding tussen jou en al je voorouders. Je bent simpelweg het ‘eindproduct’ van alle mensen voor je.

Ook in de wetenschap wordt hier steeds meer bewijs gevonden. Dit wordt epigentica genoemd. Trauma’s kunnen van generatie op generatie doorgegeven worden. En pas meerdere generaties later aan de oppervlakte komen.

De verbinding tussen mensen vormt het sjamanistisch veld

Het systemisch niveau en het sjamanistisch niveau onderscheiden zich door de grote van de thema’s, maar zijn altijd onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Het systemisch veld gaat over de thema’s die voor die persoon en zijn of haar systeem gelden. Met een systemisch veld bedoelen we alle individuen die onderdeel uit maken van een familiesysteem. En ieder mens heeft dus zijn eigen systemisch veld. Deze mensen, en dus deze velden, zijn aan elkaar verbonden. En alle mensen samen – alle individuele systemische velden – vormen het grote sjamanistische veld.

Niet gek dus dat grote universele thema’s zoals ‘de schuld van de man’, ‘de verhouding tussen moeder en zoon’ en ‘de soevereine (schuldeloze/hulpeloze) vrouw’ terug te vinden zijn in kleinere velden van ons allemaal.

Echt zelfonderzoek gaat over het zoeken naar onszelf op het raakvlak tussen intrapsychische en systemisch/sjamanistisch niveau. Dus, wat in mij maakt dat ik de dingen doe zoals ik ze doe? En wat ligt daaraan ten grondslag?

Dit zelfonderzoek moeten we zelf doen niet alleen.

Durf jij het aan om echt naar jezelf te kijken? Wat in jou mag nu gezien worden? Ik heb nog een paar plekken vrij op mijn ‘Ontdek je Kracht’-dagen. Zodat je deze zomer kunt gebruiken om echt aan jezelf te werken.